Groningen

Milieuvergunning voor een aardgascompressorstation. Appellanten betogen dat bij de beoordeling van de te duchten geluidhinder ten onrechte het vee, dat zij in de percelen rondom de inrichting weiden, niet als geluidgevoelig object is aangemerkt. De Afdeling overweegt dat de inrichting is gelegen op een industrieterrein waaromheen krachtens de Wet geluidhinder een geluidzone is vastgesteld. Het vee van [appellanten] wordt geweid in percelen rondom de inrichting die, naar moet worden aangenomen, zowel binnen als buiten de geluidzone zijn gelegen. Met de...

Nunspeet/bestemmingsplan ‘Bedrijventerrein De Kolk’

Het terrein van de voormalige Generaal Winkelmankazerne ligt aan de zuidwestzijde van Nunspeet en het plangebied voor het bedrijventerrein met de ontsluitingsweg aan de oostzijde. Het feit dat er een bestuurlijk akkoord ligt waarin is afgesproken dat door de betrokken partijen zal worden meegewerkt aan de realisering van het bedrijventerrein ter compensatie van werkgelegenheid die verloren is gegaan door het sluiten van de Generaal Winkelmankazerne en dat in zoverre een zekere samenhang bestaat tussen de herontwikkeling van beide locaties, betekent...

's-Hertogenbosch/bestuursdwang en dwangsom

Uit de artikelen 9.3.2 en 9.1.4, vierde lid Invoeringswet Wro, in onderlinge samenhang bezien, moet worden afgeleid dat de onder de Woningwet 1901 tot stand gekomen uitbreidingsplannen hun rechtsgevolg behouden tot vijf jaar na inwerkingtreding van de Wro. Zoals de Afdeling heeft overwogen in de uitspraak van 26 november 2008 in zaak nr. 200708557/1 is met artikel 9.1.4 van de Invoeringswet Wro beoogd dat een bestemmingsplan dat op grond van de WRO tot stand is gekomen het rechtsgevolg behoudt dat...

minister VROM

Wijziging vergunning krachtens het Besluit genetisch gemodificeerde organismen milieubeheer voor veldwerkzaamheden met genetisch gemodificeerde aardappelplanten. De wijziging strekt tot het toevoegen van twee locaties in andere gemeenten dan die waarop de vergunning betrekking heeft. Appellante stelt dat voor deze wijzigingen een nieuwe vergunning is vereist. De Afdeling overweegt dat in de wetsgeschiedenis geen aanknopingspunten zijn te vinden voor het oordeel dat de regelgever heeft beoogd een mogelijkheid te creëren om zonder nieuwe vergunning een bestaande vergunning uit te breiden. De...

Mill en Sint Hubert

Revisievergunning krachtens de Wet milieubeheer voor een veehouderij. Appellante stelt dat de ‘Verordening geurhinder en veehouderij 2007’ (de geurverordening) onverbindend is, zodat deze ten onrechte bij het bestreden besluit is betrokken. Daarbij voert appellante onder meer aan dat de geurverordening berust op een onevenredige belangenafweging waarin te veel rekening is gehouden met de belangen van de veehouderijsector en te weinig met de belangen van de burgers. Onder verwijzing naar het arrest van de Hoge Raad (HR 16 mei 1986, NJ...

Maasbree/verzoek om planschadevergoeding

In gevallen waarbij de bestemming van het perceel van de aanvrager van belang is voor het antwoord op de vraag of deze ten gevolge van de planologische verandering schade lijdt, dient evenzeer te worden uitgegaan van de maximale mogelijkheden van de bestemming van het perceel van de aanvrager ten tijde van de peildatum.

GS Noord-Brabant

De mogelijkheid die (artikel 19d, derde lid van) de Natuurbeschermingswet 1998 biedt om zonder natuurbeschermingswetvergunning bestaande veehouderijen voort te zetten, is niet in strijd met de Europese regelgeving (Habitatrichtlijn en Vogelrichtlijn). Deze uitzondering is tijdelijk en geldt tot het moment dat voor het beschermde natuurgebied een beheerplan is vastgesteld. De uitzondering voor het bestaande gebruik geldt uitsluitend voor veehouderijen die hun bedrijf willen voortzetten op basis van een milieuvergunning die is verleend voordat het natuurgebied op grond van de Europese...

Nijmegen/bestemmingsplan ‘Nijmegen Waalfront’

Een planvoorschrift waarin is bepaald dat bij het realiseren van de in het bestemmingsplan toegelaten bestemmingen/functies moet worden voldaan aan de van toepassing zijnde hogere waarde en de daarin opgenomen voorwaarden is aanvaardbaar. Indien de betreffende weg op een zodanige wijze zal worden gerealiseerd dat niet wordt voldaan aan de vastgestelde hogere waarde, wordt in zoverre gehandeld in strijd met dit artikel en kunnen [appellanten] hiertegen in rechte opkomen