Naar boven ↑

Annotatie

Tycho Lam
3 februari 2020

Rechtspraak

Annotatie

Afdeling 3 van de WRO (artikelen 41c e.v.) bevatte een regeling ter zake van de coördinatie van besluitvorming over projecten van gemeentelijk belang. Deze regeling is vooruitlopend op de inwerkingtreding van de Wro in het kader van de Interimwet Stad- en Milieubenadering (Stb. 2006, 37) in de WRO opgenomen.

Zie uitgebreid: H. Ellerman en J. Hoekstra, ‘De nieuwe gemeentelijke coördinatieregeling opgenomen in de (huidige) Wet op de Ruimtelijke Ordening’, Gst. 2006, 46.

In bovenstaande zaak had de gemeente toepassing gegeven aan deze regeling om de bouw van een brede school mogelijk te maken. De gemeenteraad had de besluiten omtrent vrijstelling (art. 19 lid 1 WRO), bouwvergunning, aanlegvergunning, inritvergunning, kapvergunning en het besluit hogere grenswaarden, aangemerkt als de mogelijk te coördineren besluiten waarop het coördinatiebesluit betrekking had. In beroep rijst de vraag of burgemeester en wethouders gehouden zijn de voorbereiding en bekendmaking van alle door de gemeenteraad aangewezen besluiten te coördineren. Gelet op de imperatieve formulering van artikel 41c WRO is een verplichte toepassing verdedigbaar. Uit de memorie van toelichting blijkt evenwel dat dat niet wordt beoogd: 't oepassing van de coördinatieregeling leidt er overigens niet toe dat de bundeling en parallelschakeling van procedures verplicht wordt. Indien ten aanzien van een of meer vergunningen blijkt dat de besluitvorming om enigerlei reden pas later kan worden afgerond dan de besluitvorming omtrent de andere benodigde vergunningen en besluiten, dan belemmert de regeling niet dat die vergunningen in een later stadium gecoördineerd worden behandeld of ‘buiten de coördinatie’ worden gehouden.’

Kamerstukken II, 2004/05, 29 871, nr. 3, p. 55.

Op basis van deze passage uit de toelichting oordeelt de Afdeling dat burgemeester en wethouders niet tot gecoördineerde voorbereiding en bekendmaking van alle door de gemeenteraad aangewezen besluiten, gehouden zijn. De gemeentelijke coördinatieregeling is thans vastgelegd in artikel 3.30 e.v. Wro. Bovenstaande uitspraak behoudt onder het huidige recht haar betekenis. De redactie van artikel 3.30 van de Wro is op dit punt gelijk aan die van artikel 41c van de WRO. Met de inwerkingtreding van de Crisis- en herstelwet op 31 maart 2010 is Nederland een nieuwe projectprocedure rijker; het projectuitvoeringsbesluit van artikel 2.9 e.v. Chw. In de literatuur is al uitgebreid aandacht aan deze nieuwe procedure besteed. Ik verwijs naar S. Hillegers en T.E.P.A. Lam, ‘Het projectuitvoeringsbesluit’, TBR 2010, p. 9-16. In dit opstel wordt het projectuitvoeringsbesluit onder meer vergeleken met de gemeentelijke coördinatieregeling van de Wro. Een belangrijk verschil is dat de coördinatieregeling in tegenstelling tot het projectuitvoeringsbesluit ook betrekking kan hebben op de coördinatie van het bestemmingsplan met andere voor de verwezenlijking van een project vereiste besluiten. Een tweede in het oog springend verschil is dat de coördinatieregeling ook van toepassing kan worden verklaard op een deel van de voor een project vereiste besluiten. Bij een projectuitvoeringsbesluit bestaat die mogelijkheid niet.

Zie S. Hillegers en T.E.P.A. Lam, ‘Het projectuitvoeringsbesluit’, TBR 2010, p. 13.

Binnenkort zal de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht in werking treden. De initiatiefnemer kan er dan voor kiezen (en is onder omstandigheden gehouden, zie art. 2.7 Wabo) voor het gehele project een aanvraag om een omgevingsvergunning in te dienen. Ook het projectbesluit gaat op in de omgevingsvergunning (zie art. 2.1 lid 1 onder c Wabo). Die omgevingsvergunning wordt dan voorbereid door middel van een voorbereidingsprocedure en leidt tot een besluit waarin alle in artikel 2.1 van de Wabo vermelde toestemmingen opgaan. In dat geval bestaat er geen behoefte meer aan de toepassing van de gemeentelijke coördinatieprocedure. Dat ligt anders voor een project dat door middel van een bestemmingsplan wordt gerealiseerd. Het bestemmingsplan maakt (evenmin als een wijzigings- of uitwerkingsplan) onderdeel uit van de Wabo.

Rechtspraak

OGR 10-48

Waalre/vrijstelling en bouwvergunning

Het feit dat de gemeenteraad op grond van artikel
41c van de WRO gevallen heeft aangewezen waarin hij coördinatie van voorbereiding en bekendmaking wenselijk acht betekent nog niet dat bundeling en parallelschakeling van procedures verplicht wordt, zoals wordt bevestigd door de Memorie van Toelichting op dit artikel (Kamerstukken II, 2004/05, 29 871, nr. 3, p. 55).
Raad van State, 06-01-2010