Natuurvergunning/Noord-Brabant

Gedeputeerde staten hebben met het uitgevoerde onderzoek en expert judgement onvoldoende zekerheid geboden dat met de voorgeschreven maatregelen het rendement van de biologische combiluchtwasser wordt gehaald. In afwijking van het geldende overgangsrecht, moet voor een nieuw te verlenen natuurvergunning op grond van de Wet natuurbescherming (Wnb) de meest recente AERIUS-versie uit de Omgevingsregeling worden gebruikt.

Planschade/Stichtse Vecht

Dat appellant van meet af aan heeft gereageerd op het bestemmingsplan, is onvoldoende om een concrete poging tot realisering van de bestaande bouwmogelijkheden aan te nemen.

Intrekking omgevingsvergunning en bouwstop/Schouwen-Duiveland

Het college van burgemeester en wethouders heeft met toepassing van artikel 18.10, vierde lid, van de Ow de omgevingsvergunning ingetrokken. De voorzieningenrechter sluit aan bij de jurisprudentie over toepassing van de bevoegdheid op grond van artikel 5.19, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo. Anders dan de Wabo kent de Ow niet (langer) de mogelijkheid tot het opleggen van een bouwstop. Uit de memorie van toelichting bij de Ow volgt dat de wetgever de bevoegdheid tot het opleggen van een bouwstop bij nader inzien als overbodig beschouwt.

Watervergunning/Waterschap Brabantse Delta

Weigeren watervergunning tot legaliseren van een voersilo in een waterstaatswerk. Geen eenvoudig verplaatsbaar object, niet gelegen in bestaand bebouwd gebied.

Peilbesluit/Waterschap Rivierenland

Peilbesluit, mitigerende maatregelen, compensatie en resterende schade.

Omgevingsvergunning/Drimmelen

Omgevingsvergunning omgevingsplanactiviteit en bouwactiviteit crisisnoodopvang. Bindend advies gemeenteraad en instructieregels Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) over geluid, geur en trillingen.

Handhaving/Utrecht

Preventief handhavend optreden op grond van artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder g, van de Omgevingswet tegen het zonder vergunning verrichten van een flora- en fauna-activiteit is enkel mogelijk wanneer met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid kan worden vastgesteld dat een overtreding klaarblijkelijk dreigt. Handhaving op grond van de specifieke zorgplicht van artikel 11.27 van het Besluit activiteiten leefomgeving is enkel mogelijk bij (dreigende) ernstige nadelige gevolgen voor flora en fauna.

Handhaving/Horst aan de Maas

Strijd met het tijdelijk deel van het omgevingsplan, waardoor sprake is van een omgevingsplanactiviteit. Deze omgevingsplanactiviteit is niet vergunningsvrij op grond van artikel 2.27, eerste lid, aanhef en onder b, van het Besluit bouwwerken leefomgeving, omdat deze bepaling vergunningsvrije regels bevat voor bouwactiviteiten en niet voor omgevingsplanactiviteiten.

Omgevingsvergunning/Utrecht

Buitenplanse omgevingsplanactiviteit. De Omgevingswet staat niet in de weg aan het herhaald toepassen van de bevoegdheid om een omgevingsvergunning te verlenen voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit op dezelfde locatie. De wet maakt het uitdrukkelijk mogelijk om ook voor tijdelijke afwijkingen van een omgevingsplan een vergunning te verlenen. Er is geen beperking gesteld aan het aantal keren dat hiervan gebruik wordt gemaakt. Er dient echter wel elke keer een afweging te worden gemaakt of de activiteit die tijdelijk plaatsvindt met het oog op een evenwichtige toedeling van functies aanvaardbaar kan worden geacht en geen strijd oplevert met provinciale- en rijksinstructieregels. Ook moeten de relevante belangen in de beoordeling worden gewogen.

Omgevingsvergunning/Amsterdam

Buitenplanse omgevingsplanactiviteit. De wetgever heeft niet bepaald wanneer er (bij verplichte participatie) sprake is van onvoldoende participatie. In die gevallen dat participatie verplicht is gesteld, moet de participatie wel enige betekenis hebben. Het hangt af van de aard van het project en de impact op de omgeving wat er in redelijkheid aan participatie gedaan moet worden. Het is in eerste instantie aan het college van burgemeester en wethouders om te beoordelen of de initiatiefnemer in redelijkheid heeft kunnen volstaan met de verrichte participatie.